Landschapsontwikkeling


De Meinweg is door het voor Nederland unieke terrassenlanschap geologisch gezien van grote betekenis. De andere gebiedskennmerkende eigenschap ist dat de Meinweg als gebied is ingebed tussen twee beken.

Van noord tot zuid Limburg is de Maas een belangrijke ecologische spil in de Ecologische Hoofdstructuur. Opvallend is dat parallel aan deze blauwe spil zich tal van grotere en kleinere natuurgebieden bevinden aan de oostzijde van de Maas.

Het blauwe lint (Maasdal) en dit oostelijk groene lint (Maaswoud) zou men kunnen zien als de stijlen van een ladder. De sporten worden vervolgens gevormd door de vele beken en beekdalen (Maasbeken) die, vanuit het oosten Afwateren op de Maas. Ook deze beekdalen hebben veelal grote ecologische potenties.

Van noord naar zuid zijn er, met betrekking tot de groene stijl, een antaal grotere kerngebieden:


Het kerngebied van de Meinweg omvat in dit verband ook het duits grondgebied gelegen Brachter- en Elmpterwald.



De Meinweg als schollen- of terrassenlandschap

De ondergrond van de Meinweg is gevormd onder invloed van aardkundige krachten. Door die krachten is het landschap langs een aantal breuken op verschillende plekken omhoog getild, die het Meinweggebied verdelen in meerdere schollen (terrassen) met steile overgangen. Door erosie, zijn de oorspronkelijke hoogteverschillen weliswaar verminderd, maar nog altijd prominent aanwezig en zichtbaar. De hoogteverschillen tussen de terrassen varieren van enkele meters tot zelfs 30 meter.


Breuklijnen

De terrassen zijn dus ontstaan door breuken in de aardkorst. De belangrijkste breuk, de Peelrandbreuk, loopt globaal van de Gitstappermolen bij de grens via Roermond richting Meijel, op de grens met Noord-Brabant. In het landschap is de Peelrandbreuk moeilijk zichtbaar. De verzakkingen langs de Peelrandbreuk verlopen niet altijd even gelijkmatig. Hierdoor zijn delen achtergebleven en zijn twee zogenaamde "storingen" ontstaan te weten de Meinwegstoring en de Zandbergstoring. Deze storingen zijn wel goed zichtbaar in het landschap. Dit proces van verzakkingen vindt nog steeds plaats en wordt ervaren als aardbevingen. De laatste grote schokken (5,8 op de schaal van Richter) vonden plaats op 13 april 1992 en hebben grote materiele schade veroorzaakt in het gehele gebied.



Gitstapper Molen met Rode BeekGitstapper Molen met Rode Beek

De Meinweg ingebed tussen twee beken

Een andere belangrijke karakteristiek van de Meinweg is dat het gebied geflankeerd wordt door twee beekdalen, die zich hebben ingesneden loodrecht op het schollenlandschap. Het betreft:


Beide beken vormen over een aanzienlijke lengte tevens de grens met Duitsland. Deze beken worden voraal gevoed ddor kwelwater dat afkomstig is uit de hogere niveaus. Beide beken vertonen nog een natuurlijk, meanderend karakter. Grindbankjes, vele stroomversnellingen, een goede waterkwaliteit en allerlei waterorganismen maken deze beken een waardevol aspect van het Nationalpark. Het hydrologisch systeem van de Meinweg is zo belangrijk voor dit gebied omdat ze de randvoorwaarden bepaalt van de waardevolle, kwetsbare en unieke landschappen. Een van de grootste bedreigingen voor de Meinweg zijn dan ook de verdrogingseffecten van diverse menselijke ingrepen in de omgeving van de Meinweg.